Hans Memling, Mater dolorosa toont de Man van Smarten, ca. 1475
Olieverf op paneel, 27,4 x 19,9 cm
Melbourne, National Gallery of Victoria

Israhel van Meckenem, Vera Icon, ca. 1490
Gravure, 16,8 x 11,2 cm
Berlijn, Kupferstichkabinett

Geertgen tot Sint Jans, Nood Gods, ca.1490
Olieverf op paneel, 26 x 25 cm
Utrecht, Museum Catharijneconvent

Beelden die het gemoed bewegen: Ecce Homo en Stabat mater dolorosa

De zogenaamde Andachtsbilder, devotiestukken, die door de gelovigen gebruikt werden als hulpmiddelen bij de meditatie, waren geen nieuwe voorstellingen, maar kunnen gezien worden als uit een verhalende voorstelling gedestilleerde devotiethema's. Close-ups, zouden wij ze noemen, maar dat woord bestond uiteraard nog niet in de vijftiende eeuw, omdat de fotografie nog niet bestond, laat staan film en televisie.

Er waren geen kranten en geen tijdschriften en de zeldzame keren dat de gewone, dat wil zeggen de ongeletterde mens, afbeeldingen te zien kreeg was bij zijn bezoek aan een kerk of een klooster. De beter gesitueerden konden zich wel afbeeldingen voor privé-gebruik veroorloven en daarvan zullen we in deze lezing prachtige voorbeelden zien.

een levensechte traan op een levensgroot gelaat van Jezus of Maria

Wij kunnen ons niet meer voorstellen wat een effect die afbeeldingen gehad moeten hebben op de middeleeuwse beschouwer. Een levensechte traan bijvoorbeeld op een levensgroot gezicht van Christus of Maria.

Het gebruik van devotiebeelden ter overweging van de passie - Ecce Homo, Christus als de Man van Smarten die zijn wonden en martelwerktuigen toont, en Stabat mater dolorosa, Maria als de medelijdende en treurende moeder - deed zich in de dertiende eeuw eerst op grote schaal voor in kloosterlijke milieus, om kort daarna ook verspreiding te vinden in de wereld van de leken.

Voor deze ontwikkeling waren vooral de franciscanen en de dominicanen - de zogenaamde bedelorden - verantwoordelijk. In de zogeheten derde ordes en de lekenbroederschappen kwamen talrijke paraliturgische praktijken in zwang, zoals het gezamenlijke rozenkransgebed.

Vijf droevige geheimen van de rozenkrans

Aan de hand van de Vijf droevige geheimen van de rozenkrans zullen we stilstaan bij de rol van Maria in het lijdensverhaal, met name haar rol als Moeder van Smarten, de Stabat mater dolorosa uit de gelijknamige dertiende-eeuwse anonieme sequentie. We zullen zien dat het devotionele motief van de Bedroefde Moeder zeer oude papieren heeft en dat het tot in onze tijd zijn geldigheid heeft behouden.

Johannes is de enige evangelist die de moeder van Jezus uitdrukkelijk noemt als een van degenen die bij de kruisiging aanwezig waren. Maria staande onder het kruis, op het ogenblik dat zelfs Petrus zijn meester verloochend had, was voor de middeleeuwer het symbool bij uitstek van compassio, medelijden.

In het Stabat Mater wordt de passage uit het Johannesevangelie nader uitgewerkt:

Naast het kruis, met schreiend' ogen
stond de moeder diep bewogen,
daar haar Zoon te sterven hing.

O hoe groot was hare smarte,
toen haar door het moederharte,
't scherpe zwaard der droefheid ging.

De verering van de Moeder van Smarten benadrukte haar deelname aan het gewone, harde lot van de mensheid.

De sombere visioenen en gebeden van middeleeuwse heiligen borduren eindeloos voort op het geestelijk zwaard dat haar hart doorboorde.

In de kringen van de Moderne Devotie werd als hulpmiddel bij het mediteren het kijken naar afbeeldingen aangeraden.

In een Nederlands traktaat uit het laatste kwart van de veertiende eeuw, legt de auteur Gerard Zerbold van Zutphen, uit dat wij al mediterend het lijden van de Heer dienen te betrekken op onszelf: 'Want Hij heeft geleden om jouw persoonlijke verlossing. Trek daarom alles, waarvan je leest dat Christus het gedaan heeft, naar jezelf toe, alsof het voor jou alleen is gedaan, en stel je steeds voor, alsof Christus tegen je zegt: dit heb ik gedaan, opdat jij mij zou volgen.'

In deze lezing proberen we 'ons gemoed te laten bewegen' aan de hand van middeleeuwse schilderijen met afbeeldingen van de Man van Smarten en de Mater dolorosa, begeleid door muziekfragmenten uit de Mattheuspassion van Bach en het Stabat Mater van Pergolesi.