Maandag 15 oktober – Op naar de kerk San Sebastiano in de sestiere Dorsoduro.

Hier wacht ons de Amerikaanse Melissa Conn op voor een rondleiding. Zij is verbonden aan onze Amerikaanse tegenhanger, Save Venice Inc. en vertelt ons over de door deze stichting bekostigde restauratie.

Illustratie Maar eerst iets over de geschiedenis van Sebastiano/Sebastiaan waarnaar de kerk is genoemd. Hij is een heilige waaraan in de kunst een opmerkelijk grote aandacht is geschonken. Tijdens zijn leven (3e eeuw) was hij een lid van de praetoriaanse garde, een groep militairen die in de Romeinse tijd als keizerlijke lijfwacht fungeerde. Deze garde werd in het jaar 27 vóór Christus ingesteld door keizer Augustus. Zolang zij loyaal aan de keizer was had deze aan haar een sterke bondgenoot. Was de garde hem echter niet trouw, dan kon ze hem veel te stellen geven. Uiteindelijk schafte keizer Constantijn de Grote in het begin van de 4e eeuw de garde af. Maar onder diens voorganger, keizer Diocletianus (284-305) die de macht van de praetoriaanse garde reeds beknotte, diende Sebastiaan nog in de garde. Hij had zich in het geheim tot het christendom bekeerd en hielp vervolgde christenen. Toen men ontdekte dat hij christen was werd hij gemarteld. Volgens de ene schrijver door pijlen op hem af te schieten, volgens een andere door hem naakt vast te binden.

Sebastiaan is een heilige die opvallend vaak is afgebeeld.

Tientallen schilders hebben hem als martelaar op het doek vereeuwigd, zoals Bellini, Botticelli, Albrecht Dürer, El Greco, Hans Holbein de Oude, Andrea Mantegna, Hans Memling, Pieter Paul Rubens, Tintoretto, Titiaan, Paolo Veronese, etc. Hun schilderijen zijn verspreid over vele plaatsen, zoals in het Rijksmuseum Amsterdam (De heilige Sebastiaan, aldaar eerst toegeschreven aan de Spaanse schilder Alonso Cano, maar later aan zijn landgenoot Juan Carreño de Miranda), de Accademia, Scuola Grande di San Rocco Venetië en in talrijke andere musea.


IllustratieIllustratie

Ook hier, in de Chiesa San Sebastiano, bevinden zich diverse afbeeldingen van de heilige. Zoals een olieverfschilderij van zijn martelaarschap dat in het priesterkoor aan de muur hangt.

Verder de fresco’s van Sebastiaan hoog in het middenschip, zoals die waarop hij zich tegenover keizer Diocletianus beklaagt over diens afkeuring van christenen en een ander fresco waarop hij doorboord door vier pijlen is afgebeeld.


IllustratieSimon Vestdijk kwam als jongen na een bezoek aan het Rijksmuseum zo onder de indruk van het daar aanwezige schilderij De heilige Sebastiaan dat het eerste deel van zijn Anton Wachterserie de titel “Sint Sebastiaan” kreeg. Hieruit het volgende citaat:
Toen hij na enige seconden aarzeling het schilderij bekeek, stelde het hem teleur. Was dit alles? ‘Sint Sebastiaan. A. Cano’ stond er onder. Hij draaide zich om, vulde zich met verwachting, keek opnieuw. En nu ging het beter. Dit was, inderdaad, prachtig. Dit overtrof alles wat hij van zijn leven had gezien! De naakte romp met drie pijlen en de vier of vijf bloedstraaltjes, die in een langwerpig kolfje tot rust klonterden, betoverde hem al evenzeer als het gezicht, dat op de linkerschouder afhing, die opgezwollen, als ontwricht getekende schouder, waarin een pijl stak, zo netjes steil en in de goede richting scheef, alsof ermee geschreven werd. Omhooggesjord en stevig aan een boom gebonden was de rechterarm, die de tweede pijl bevatte; de derde zat even onder de ribben, eveneens rechts. Het gezicht ………. (Simon Vestdijk, Sint Sebastiaan, 4e druk, 1948, p. 186).

Dit schilderij was een schenking van de welgestelde Amsterdammer Abraham Willet (1825-1888) die in 1851 lid was geworden van de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae. Voor deze vereniging hield hij ook enige voordrachten waarin hij foto’s van Venetië toonde meegebracht na bezoeken van hem en zijn vrouw Louisa Holthuysen aan de stad (zouden deze foto’s nog aanwezig zijn in het museum Willet-Holthuysen?!).


IllustratieMelissa Con vestigt verder onze aandacht op de gerestaureerde schitterende plafondschilderingen (op doek) van Paolo Caliari, later Paolo Veronese genoemd, die de lotgevallen van Esther uitbeelden. Esther komt voor in het gelijknamige boek uit de Hebreeuwse Bijbel (Oude Testament).

Als weeskind werd zij opgevoed door haar oom Mordechai die in de vijfde eeuw vóór Christus aan het hof van koning Xerxes I (Ahasveros) verbonden was. Mordechai leefde in onmin met Xerxes’ eerste minister Haman omdat hij weigerde voor Haman de vereiste eer te betonen door een knieval te maken. Nadat Xerxes zijn eerste vrouw Vashti had verstoten huwde hij Esther. Als hij onder invloed van Haman heeft verordonneerd dat alle joodse bannelingen in het Perzische rijk moeten worden omgebracht, verzoekt Mordechai aan Esther bij haar man de intrekking van zijn besluit te bepleiten. Esther slaagt erin hem daartoe over te halen, een succes dat de joden nog steeds als Poerimfeest herdenken. Haman wordt daarna op voorspraak van Esther met zijn zonen opgehangen.

De plafondschilderingen brengen o.a. de Verstoting van Vashti (boek van Esther 1:19), de Kroning van Esther (boek Esther 2:17) en de Triomf van Mordechai tot uitdrukking.






Noot van Jeanne van der Stappen, reisleider: Dank zij Melissa mochten wij de monnikengalerij betreden - nooit eerder hebben wij, Poorters, de gelegenheid gehad om de plafondschilderingen en de fresco's van zo dichtbij te bekijken.

Illustratie

De fotograaf in actie...

Illustratie Illustratie

IllustratieIllustratie

en het resultaat.


Tekst: Jan Oelering
Foto's: Bart Witsenburg
Juan Carreño de Miranda, Sebastiaan: internet

Vervolg naar maandag Cannaregio en Castello