De campanile van de Santa Maria Formosa kerk stamt uit 1688. Het opvallendste kenmerk is de groteske stenen kop, de mascherone, die de voet 'siert'.

Illustratie

Ruskin over de mascherone

De tirade die Ruskin aan deze kop heeft gewijd, wil ik u niet onthouden: Een kop, reusachtig, onmenselijk en monsterlijk, loerend in beestachtige verwording, te smerig om af te beelden of te beschrijven, of zelfs maar langer dan een ogenblik te bezien; want die kop belichaamt het wezen van de kwade genius waaraan Venetië in het vierde tijdperk van zijn verval is overgeleverd; en het is maar beter dat wij het op deze plaats in al zijn gruwelijkheid zien en voelen, en dat wij weten welke pest hier gekomen is en zijn schoonheid met haar adem heeft bezoedeld, totdat ze is opgelost als de witte wolk boven het veld van Santa Maria Formosa.

De witte wolk verwijst naar de legendarische stichting van de kerk door de H. Magnus, bisschop van Oderzo, aan wie Maria was verschenen in de gestalte van een formosa matrone, die hem beval een kerk te bouwen op de plaats waar een witte wolk tot stilstand zou komen. Het woord formosa is lastig te vertalen, want het betekent zowel mooi, als weelderig, als welgevormd.



Illustratie

De façade van de Santa Maria Zobenigo /Santa Maria del Giglio kerk heeft Ruskin diep geschokt, niet alleen vanwege de barokstijl - de kerk is tussen 1678 en 1683 door Giuseppe Sardi gebouwd - maar ook omdat er in haar overvloed van gebeeldhouwde ornamenten niet é*#23n christelijk symbool te vinden is. Met uitzondering van de engelen, maar hun voornaamste taak is het 'uitbazuinen van de faam van de familie Barbaro in plaats van Gods eer.'

de engel 'bazuint' de faam van de familie Barbaro in plaats van Gods eer

De gevel is bedacht en betaald door Antonio Barbaro, die bij de verdediging van Candia (thans Iraklion, op Kreta) onder Francesco Morosini had gediend, maar wegens onbekwaamheid was ontslagen. Bij de verbitterde strijd tussen Turken en Venetianen om deze stad zijn aan Venetiaanse zijde vele Nederlandse huursoldaten gesneuveld.

Deze gevel is een verbijsterend voorbeeld van zelfverheerlijking en zelfrechtvaardiging, en dat - zoals Barbaro in zijn testament met groot genoegen opmerkte - in het zicht van Morosini's paleis. In het midden staat een beeld van Antonio Barbaro in generaalsuniform boven zijn sarcofaag. Hij wordt geflankeerd door beelden van de Eer, de Deugd, de Roem en de Wijsheid. In de nissen daaronder staan beelden van zijn vier broers.


Illustratie Illustratie

Op de basementen van de zuilen zijn in reliëf de plattegronden afgebeeld van de steden waar Antonio Barbaro de Venetiaanse republiek heeft gediend: Zara (thans Zadar in Joegoslavië), Padua, Rome, Korfoe, Spalato (Split) en natuurlijk Candia.


Ronduit prachtig zijn de bas-reliëfs met de fascinerende, 'natuurgetrouwe' afbeeldingen van schepen. Koggen, galjassen en galeien zijn duidelijk herkenbaar. De riemen zijn stuk voor stuk weergegeven.

Galeien werden niet alleen voor oorlogsvoering gebruikt, maar ook voor het vervoer van kostbare producten. Het waren relatief kleine schepen met een laadvermogen van vijfhonderd ton en een bemanning van zestig roeiers. De grotere galeien die op Vlaanderen voeren hadden drie maal zoveel roeiers aan boord.

De galjassen waren grote Venetiaanse oorlogsvaartuigen uit de bloeitijd van de Republiek, voor en achter hoog opgebouwd, met drie masten, maar ook ingericht om geroeid te worden.

Fregatten en galjoenen, grote bulkschepen voor het vervoer van slaven, graan, zout en katoen, werden gebruikt op de handelsroutes naar Vlaanderen en Southampton, Beiroet en Alexandrië.



Illustratie

Bas-reliëf uit de vijftiende eeuw: Madonna met Kind en de heilige Petrus

Dit bas-reliëf bevindt zich in de Calle drio il Campaniel, vlakbij de kerk van San Pietro di Castello, de vroegere kathedraal van Venetië. De kerk van San Pietro deed vanaf 1091 dienst als bisschoppelijke kerk, vanaf 1451 als kathedraal van de patriarch van Venetië, die in feite zijn kerkelijke macht had verloren aan de dogen. Het is veelzeggend dat de relieken van de heilige Marcus niet hier gebracht werden, maar een rustplaats vonden in de privé-kapel van de doge. In 1807 nam de San Marco basiliek de functie van kathedrale kerk over.
Het Jezuskind overhandigt de sleutels aan Petrus, de eerste paus.





Foto's: Coby Lubberink (oktober 2010), Juke Touw - ter Kuile (oktober 2009), Hans van Nie (november 2008) en Filip Vanderstappen (mei 2004)

Vervolg naar mijn favorieten